Het Hof beslist: geen belaste onttrekking voor BTW op gratis welkomstgeschenken

Oct 13
Het is algemeen geweten dat marketinginitiatieven tot nadelige btw-gevolgen kunnen leiden.

In een recente zaak, waarover het Europese Hof zich moest buigen, rees de vraag omtrent de btw-behandeling van een welkomstgeschenk aangeboden aan nieuwe abonnees van een tijdschrift.

Centraal stond de vraag of een gratis geschenk, verstrekt bij het aangaan van een tijdschriftabonnement, aanleiding zou moeten geven tot een correctie van de btw-aftrek middels een onttrekking (artikel 16 van Richtlijn 2006/112/EG).

De uitkomst is gunstig voor de belastingplichtige, maar het moet gezegd worden: het Hof komt creatief uit de hoek en wringt zich in merkwaardige bochten om btw-heffing over een onttrekking te omzeilen.

Context

Deco Proteste - Editores, Lda. (Deco) is een onderneming die onder meer tijdschriften verkoopt via een abonnementssysteem. Om voldoende abonnees te werven, voert Deco promotiecampagnes uit waarbij nieuwe abonnees, naast het tijdschrift waarop zij zich abonneren, recht hebben op een welkomstgeschenk in de vorm van een smartphone of tablet ter waarde van minder dan 50 euro.

Abonnees ontvangen dit geschenk bij aanvang van hun abonnement en kunnen het abonnement te allen tijde opzeggen zonder het geschenk te moeten retourneren.

Deco is van mening dat er in dit geval geen sprake is van een 'levering om niet' en, als er sprake is van een gratis levering, dat de drempel voor 'geschenken van geringe waarde', zoals gedefinieerd in de lokale regelgeving, niet is overschreden. De Portugese belastingdienst is het hiermee niet eens. Uiteindelijk belandt het geschil bij de rechtbank.

Gezien de twijfels over de interpretatie van deze promotionele activiteit, verzoekt de Portugese rechter het Hof van Justitie van de Europese Unie om verduidelijking over de vraag of er überhaupt sprake is van een “levering om niet” van de welkostgeschenken.

Prejudiciële vragen

In casu stelt de Portugese verwijzende rechter of het geschenk dat aan nieuwe abonnees wordt gegeven bij het afsluiten van een tijdschriftenabonnement moet worden beschouwd als:

a) Een levering om niet, losstaand van het abonnement.
b) Een onderdeel van een enkele handeling onder bezwarende titel.
c) Een onderdeel van een commercieel pakket dat bestaat uit de hoofdhandeling (het tijdschriftabonnement) en de nevenhandeling (het geven van het geschenk), waarbij deze laatste handeling wordt beschouwd als een levering onder bezwarende titel ten behoeve van het abonnement op het tijdschrift.

Beoordeling

Het Hof oordeelt dat de overhandiging van een geschenk aan nieuwe abonnees bij het afsluiten van een tijdschriftabonnement moet worden beschouwd als een nevenprestatie bij de hoofdprestatie, die bestaat in de levering van tijdschriften.

De argumenten die tot dit oordeel hebben geleid, zijn de volgende.

Het Hof merkt op dat de overhandiging van een welkomstgeschenk voor het afsluiten van een nieuw abonnement deel uitmaakt van de commerciële strategie van het bedrijf. Het geschenk wordt gebruikt als stimulans om nieuwe abonnementen aan te trekken en het aantal abonnees te verhogen. Bovendien zijn er volgens deze rechter aanzienlijk meer inschrijvingen op abonnementen wanneer het afsluiten van een abonnement gepaard gaat met een welkomstgeschenk.

Het Hof oordeelt tevens dat het geschenk geen zelfstandig doel heeft vanuit het oogpunt van de gemiddelde consument. Het doel ervan is om het afsluiten van een abonnement te stimuleren, en consumenten zijn bereid ten minste één maand abonnementsgeld te betalen om het geschenk te ontvangen.

Tot slot wordt opgemerkt dat het geschenk, in casu een tablet of smartphone, nieuwe abonnees in staat stelt om optimaal gebruik te maken van de hoofddienst (het lezen van de tijdschriften).

Op basis van deze argumenten concludeert het Hof dat het geschenk onderdeel uitmaakt van een enkele handeling onder bezwarende titel, namelijk de levering van tijdschriften, en dat het niet moet worden beschouwd als een afzonderlijke “levering om niet”. Daarom hoeft de betrokken onderneming geen belaste onttrekking te verrichten en is het geheel onderworpen aan het verlaagde btw-tarief dat geldt voor publicaties.

Commentaar

Het geschenk dat wordt gegeven bij het afsluiten van een krantenabonnement moet volgens het Hof als een "bijzaak worden beschouwd in vergelijking met de "hoofdzaak," namelijk het abonnement op de krant.

Het is opmerkelijk dat het Hof in dit arrest de "bijzaak volgt hoofdzaak" doctrine toepast om een belaste onttrekking te vermijden. Nog merkwaardiger is dat het Hof in dit geval niet primair vanuit het perspectief van de consument redeneert, zoals gebruikelijk, maar vanuit dat van de leverancier, die tot doel heeft zijn abonnementsverkoop te verhogen.

Het arrest roept herinneringen op aan eerdere Europese jurisprudentie, zoals het arrest in de zaak Kuwait Petroleum (C-48/97), waarin werd bepaald dat elke “gratis” terbeschikkingstelling, met uitzondering van samples of geschenken van geringe waarde, leiden tot een belaste onttrekking, zelfs als er zakelijke doeleinden mee gemoeid zijn.

In een recentere zaak, GE Aircraft Engine Services (C-607/20), hebben bedrijfseconomische motieven achter de gratis verstrekking wel tot een andere conclusie geleid. Het Hof oordeelde in het GE arrest dat de verstrekking van vouchers “om niet” bedoeld was om de prestaties van de werknemers te verbeteren en dus niet viel onder het mechanisme van de onttrekking (in casu: artikel 26, lid 1, onderdeel b van Richtlijn 2006/112/EG).

Een overweging van het Hof is dat de geschenken (smartphones/tablets) de toegang tot de digitale publicaties faciliteren (zie paragraaf 27). Helaas wordt niet aangegeven of dit een doorslaggevende factor is. Zoals gebruikelijk beperkt het Hof zich tot het oplossen van het geschil met inachtneming van de aangevoerde feiten.

De vraag rijst nu of het standpunt uit de Kuwait precedent definitief verlaten is. We gokken er op dat dit arrest tot nieuwe discussies zal leiden en mogelijks tussen de EU-lidstaten zal worden besproken binnen de schoot van het BTW-comité. Wordt ongetwijfeld vervolgd!