Btw-compliance
- E-invoicing wordt de regel bij het uitreiken van facturen. Vanaf 1 januari 2024 verandert de definitie van een elektronische factuur. Vanaf dan moeten deze in een gestructureerd formaat worden uitgereikt. De voorwaarde dat de ontvanger elektronische facturen moet aanvaarden komt te vervallen.
- Speerpunt van de hervorming: e-invoicing zal vanaf 2028 verplicht worden voor grensoverschrijdende B2B-transacties binnen de EU. Er gelden geen drempels of vrijstelling voor kleine bedrijven!
- De termijn voor het uitreiken/rapporteren van de elektronische factuur zal worden verkort tot slechts twee werkdagen. Er komt een (quasi) realtime rapportering die het bestaande systeem van intracommunautaire opgaves moet vervangen. Het nieuwe systeem moet de lidstaten in staat moet stellen om veel sneller informatie uit te wisselen over btw-aangiftes in grensoverschrijdende transacties.
- Voor lokale transacties hebben Lidstaten de optie om elektronische facturatie (zonder voorafgaande EU goedkeuring) op te leggen, maar deze moeten voldoen aan de Europese norm (EN16931). Landen met bestaande afwijkende e-invoicing/reporting modellen hebben tot 1 januari 2028 om zich te schikken naar het EU model.
- Facturen zullen meer informatie moeten bevatten (IBAN-bankrekening van de leverancier, de vervaldatum voor de betaling en, in het geval van correcties, volgnummer van de initiële factuur). Ook wordt de mogelijkheid om verzamelfacturen uit te reiken afgeschaft (waardoor in principe altijd op transactiebasis moet worden gefactureerd).
- Belastingplichtigen die intra-Communautaire verwervingen doen zullen verplicht worden om gegevens over hun aankopen aan te geven.
Platformeconomie
- De Commissie kijkt ook naar de platformeconomie, en viseert meer bepaald de korte termijn verhuur (max. 45 dagen) van toeristische accommodatie en passagiersvervoer, de Ubers en de Airbnb’s van deze wereld. Vanaf 2025 zullen deze platforms in bepaalde situaties (C2C en C2B transacties) verantwoordelijk worden gemaakt voor de btw-afdracht. De uitvoeringsverordening bepaalt dat het platform btw-plichtig is in alle gevallen waarin de aanbieder geen geldig btw-nummer heeft opgegeven.
- Deze platforms moeten ook een bijkomende administratie bijhouden van hun andere transacties.
- Deze “deemed supplier” maatregel moet de ongelijke btw-behandeling en concurrentieverstoring tussen traditionele spelers en platforms in deze sectoren wegwerken.
- Platforms zullen de mogelijkheid hebben om btw te voldoen via het éénloketmodel (OSS-regeling).
- Tot slot schept het voorstel klaarheid over de btw-behandeling van de door platforms verleende diensten. Deze zullen aan btw onderworpen worden in het land waar de onderliggende gefaciliteerde transactie voor btw-doeleinden plaatsvindt.
Eén btw-registratie in de EU
Vanaf 1 januari 2025 zullen een reeks nieuwe regels ingevoerd worden:
- Het éénloketmodel (OSS) zal worden uitgebreid tot lokale B2C-verkopen van goederen en andere B2C-transacties die buitenlanders in de EU verrichten. Er komt een nieuwe OSS-regeling voor intra-EU overbrengingen van eigen goederen. Een groot pijnpunt hier is wel dat deze OSS-aangifte niet in de mogelijkheid zal voorzien om btw-aftrek uit te oefenen. De btw-aftrek zal dus nog steeds moeten lopen via een afzonderlijke teruggaafprocedure of een lokale btw-registratie.
- De bestaande call-off stock regeling komt te vervallen (er geldt voor de aanwezige voorraad wel een overgangsregeling tot eind 2024).
- Alle B2B-leveringen door buitenlanders aan geregistreerde afnemers zullen verplicht onderworpen worden aan de verlegging van heffing. De verlegde transacties moeten door de leverancier in zijn EU sales listing vanaf 2025 aangegeven worden, en zijn onderworpen aan de (realtime) intra-EU rapportering, vanaf 2028. Onder het huidige systeem is een dergelijke verlegging slechts optioneel. De meeste landen kennen één of andere vorm van verlegging, maar leggen hierbij hun eigen landen-specifieke voorwaarden op, wat de btw-regels voor buitenlandse registraties complex maakt.
- De “deemed supplier” regel, waarbij het platform de btw moet afdragen, zal worden uitgebreid voor verkopen binnen de EU. Momenteel geldt deze regel enkel voor verkopen door niet-EU leveranciers. Deze regel zou worden uitgebreid naar alle leveringen binnen de EU, ongeacht waar de onderliggende leverancier is gevestigd en de status van de afnemer.
- Het platform zal met andere woorden altijd instaan voor de afdracht van de btw (hetgeen de administratieve lasten voor verkopers zou moeten verminderen). Een uitzondering is voorzien voor lokale platforms die slechts in één zijn gevestigd lidstaat en die alleen lokale leveringen binnen die lidstaat faciliteren.
- Daarenboven zouden de goederenbewegingen vóór de effectieve verkoop (intracommunautaire overbrengingen) ook moeten worden aangegeven via het platform.
- Platforms worden verplicht om toepassing maken van de IOSS-regeling (import One Stop Shop) voor invoerzendingen van geringe waarde. Ook zal het probleem van het kapen van IOSS-nummers aangepakt worden (men denkt hierbij om unieke referenties van zendingen te koppelen aan het IOSS-nummer).
- Tot slot zal de margeregeling voor tweedehands goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten belangrijke wijzigingen ondergaan. Deze transacties worden belastbaar in het land van de afnemer (in plaats van de dienstverrichter onder de huidige regeling) met de mogelijkheid om de transacties via de OSS-regeling aan te geven.
Commentaar
Het betreft ontwerpwetgeving die uiteraard nog met de broodnodige unanimiteit moet goedgekeurd worden door de lidstaten.
De grote vraag is of, in welke vorm en wanneer dit zal gebeuren. De EU commissie rekent alvast op een goede afloop. Naar verluidt zijn haar voorstellen ook goed doorgesproken met de lidstaten en is er nog geen noemenswaardige oppositie genoteerd.
De voorgestelde wijzigingen zullen potentieel een drastische impact hebben op bedrijven en hun systemen en processen. Tegelijkertijd kunnen deze het pad effenen naar een meer geharmoniseerd rapportering EU landschap.
De tsunami aan aangekondigde e-invoicing/reporting systemen en de variaties in de aanpak van de lidstaten maken het immers voor bedrijven moelijker en kostelijker om de regels op te volgen en correct na te leven.