Afschaffing van de btw rekening courant en nieuw teruggaafsysteem: hoe zit dat?

U kon het al lezen in de krant: de ministerraad heeft een ontwerpwet goedgekeurd die de modernisering en een vereenvoudiging van de verwerking van de periodieke btw-aangiften beoogt, in het bijzonder wanneer de belastingplichtigen in gebreke blijven om die aangiften in te dienen. Het ontwerp gaat evenwel een stuk verder dan dat en omvat een volledig nieuwe back office waarbij de rekening courant verdwijnt en de modaliteiten voor de teruggaaf en de betaling van btw grondig wijzigen.

Belastingplichtigen die hun btw-aangifte niet of laattijdig indienen, krijgen vanaf 2024 een voorstel van vervangende aangifte, waarbij de administratie zich zal baseren op het hoogste bedrag van de betaalpositie in de afgelopen twaalf maanden (met een minimum van 2.100 €). De nieuwe procedure moet de belastingplichtigen vooral aanzetten om hun periodieke aangiften altijd in te dienen met het oog op een betere inning van de btw-schulden.

De rekening-courant, die dient voor het beheer van betalingen en teruggaven en de schulden en tegoeden, zal worden afgeschaft.

De bedoeling van de wetgever is om de correcte toepassing van de regels ("compliance") zoveel mogelijk te stimuleren. En dit niet alleen via faciliterende maatregelen en stimuli, maar ook via dwangmaatregelen (administratieve boetes, belastingverhogingen, etc.). De maatregelen, die kaderen in het bekampen van de zogenaamde VAT gap, zouden moeten ingaan vanaf 2024.
VAT gap

Btw-inkomsten vertegenwoordigen meer dan 26 pct. van de in België geïnde belastinginkomsten en zijn één van de belangrijkste inkomstenbronnen voor de overheid. Er is echter nog een grote kloof tussen wat werkelijk ontvangen wordt en wat er zou moeten binnenkomen. Deze kloof, de zogenaamde "VAT gap", wordt voor België wordt geschat op 4,44 miljard euro, of meer dan 12 procent van de btw-inkomsten. De VAT gap bedraagt daarmee ongeveer 12%, wat België in het midden van het Europese peloton plaatst.

De VAT gap wordt veroorzaakt door een veelheid van factoren (zoals fraude, faillissementen, insolventie, verkeerde berekeningen), maar kan ook het gevolg zijn van menselijke fouten in het kader van de innings- en invorderingsprocedures bij de fiscus doordat processen op te veel handmatige tussenkomsten steunen. Men beoogt nu met gerichte maatregelen dat gat kleiner te maken. Met deze maatregelen wordt daarom gestreefd naar een harmonisatie en een grotere automatisering van de inningsprocessen.

Deze hervormingen sluiten aan bij de digitale agenda van de regering, die de digitalisering van de interacties promoot tussen burgers en economische actoren enerzijds en de verschillende overheidsinstellingen anderzijds.

Afschaffing rekening-courant

De rekening-courant, die dient voor het beheer van betalingen en teruggaven, wordt vervangen door een nieuw flexibeler instrument, de zogenaamde provisierekening btw (nieuwe artikel 83bis van het Btw-Wetboek).

Elke belastingplichtige zal voortaan via zijn account op de applicatie ‘My Minfin’ zijn tegoed “op eenvoudige wijze” – zonder naleving van speciale formaliteiten – volledig of gedeeltelijk kunnen terugvragen. De bedragen op deze rekening kunnen ook worden gebruikt om provisies aan te leggen voor toekomstige schulden. De specifieke modaliteiten van deze provisierekening zijn nog niet bekend.

Met het verdwijnen van de rekening-courant verdwijnt ook de zogenaamde bijzondere rekening die opgemaakt wanneer btw-aangiftes niet (of niet tijdig) worden ingediend en/of bij niet-betaling van btw-schulden. Het niet indienen van btw-aangiftes zal voortaan automatisch worden gesanctioneerd (zie verder).

Nieuwe teruggaaf procedure

In tegenstelling tot de huidige procedure zal de teruggaaf via de btw-aangifte enkel betrekking hebben op de lopende aangifteperiode (nieuwe artikel 76 van het Btw-Wetboek). Opgebouwde tegoeden uit eerdere aangifteperiodes zullen via een aparte procedure moeten worden teruggevraagd. Zo zal de belastingplichtige via zijn account in de applicatie "My Minfin" kunnen verzoeken om teruggaaf, van een deel of het geheel, van het op zijn Provisierekening btw geboekte tegoed. Deze nieuwe regeling zal nog moeten uitgewerkt worden door een nieuw koninklijk besluit.

Om in aanmerking te komen voor teruggaaf van zijn btw-tegoed, moet de belastingplichtige voortaan al zijn periodieke btw-aangiften van de afgelopen zes maanden tijdig hebben ingediend en moet het btw-krediet minstens 50 euro bedragen. Maandaangevers zullen standaard (zonder dat er een speciale vergunning vereist is) hun btw-tegoed maandelijks kunnen terugvragen.

De nieuwe procedure zou het voor de belastingplichtigen die hun aangiften tijdig indienen moeten toelaten om sneller hun btw-tegoeden terug te krijgen. Het overschot zal normaal gezien worden terugbetaald binnen een termijn van ten hoogste drie maanden na het aangiftetijdvak van de aangifte waarin om teruggaaf is verzocht. Deze maximumtermijn van drie maanden kan worden ingekort. Het is de bedoeling deze termijn te verkorten tot twee maanden voor belastingplichtigen die periodieke maandaangiften indienen. De versnelde teruggaaf van btw-tegoeden zal gefaciliteerd worden door een toekomstige wijziging van het koninklijk besluit nr. 4.

In het kader van de behandeling van verzoeken om teruggaaf van het btw-krediet dat voortvloeit uit de periodieke btw-aangifte, vormt het uitblijven van een afdoend antwoord op het verzoek om inlichtingen van de administraties voortaan ook een grond om het btw-krediet in te houden.

Nieuwe aangiftetermijn – Einde van vakantieregime?

De termijn voor de indiening van kwartaalaangiftes wordt verlengd met 5 dagen (d.w.z. 25ste van elke maand). Voor maandaangevers blijft evenwel de indieningstermijn ongewijzigd. De huidige administratieve toleranties waarbij boetes niet worden opgelegd bij een laattijdige indiening gaan naar verluidt op de schop.

Sanctionering laattijdige indiening

De administratie heeft momenteel moeite met de verwerking van ontbrekende periodieke aangiften in hoofde van de 2% btw-belastingplichtigen die hun aangiftes niet systematisch indienen. De huidige procedure van ambtshalve aanslag wordt bovendien als omslachtig en complex ervaren. Om die reden komt het regelmatig voor dat de administratie met vertraging reageert wanneer geen periodieke aangiften worden ingediend of de verschuldigde btw niet wordt betaald. Deze vertraging is deels verantwoordelijk voor het verlies aan belastinginkomsten, hetzij omdat de belastingplichtigen ondertussen insolvabel zijn of zichzelf insolvabel gemaakt hebben, hetzij omdat de vorderingen reeds zijn verjaard. Uit de statistieken blijkt immers duidelijk dat het invorderingspercentage van btw-schulden vrij snel daalt in de tijd.

Er gaat daarom bijzondere aandacht naar de belastingplichtigen die hun aangiften niet of niet tijdig indienen. Deze zullen voortaan een automatisch voorstel van vervangende aangifte - geïnspireerd op het voorstel van vereenvoudigde aangifte in de personenbelasting - ontvangen (artikel 53, § 1ter, nieuw, van het Btw-Wetboek). Het voorstel, dat na het verstrijken van een termijn van 3 maanden volgend op het desbetreffende aangiftetijdvak wordt verstuurd, zal gebaseerd zijn op de hoogste verschuldigde btw-positie van de voorgaande twaalf maanden (rooster [71] van de aangifte). Er geldt evenwel altijd een minimum (aan een jaarlijkse indexatie onderworpen) bedrag van 2.100 EUR (artikel 53, § 1ter, negende lid, nieuw, van het Btw-Wetboek).

Belastingplichtigen zullen vervolgens binnen de maand moeten reageren op het voorstel. Indien alsnog wordt overgegaan tot indiening van de btw-aangifte blijft enkel de boete voor laattijdige indiening overeind. Indien de btw-aangifte uitblijft wordt de vervangende aangifte definitief en worden die aangifte en het verschuldigde btw-bedrag, zoals blijkt uit de vervangende aangifte ter kennis gebracht via een aangetekende zending. De kennisgeving van de definitief geworden vervangende aangifte doet geen afbreuk aan de rechten van de administratie om desgevallend later het verschuldigde bedrag aan belasting te corrigeren (artikel 53, § 1ter, zevende lid, nieuw, van het Btw-Wetboek).

Overeenkomstig artikel 91, § 1, eerste lid, 1°, van het Btw-Wetboek zullen nalatigheidsinteresten berekend op het bedrag dat in de definitieve vervangende aangifte is opgenomen – vanaf de initiële indieningstermijn – beginnen te lopen.
Bij herhaaldelijke niet-indiening van de aangifte wordt het verschuldigde bedrag aan btw verhoogd volgens een schaal die gaat van 25 tot 200%.

Wettelijke verankering antwoordtermijn

De termijn waar binnen de belastingplichtige moet antwoorden op een vraag om inlichtingen van de fiscus wordt in de btw-wegving ingeschreven. Er zal voortaan een termijn van 1 maand gelden, die in bepaalde gevallen kan ingekort worden tot 10 dagen (bv. wanneer de rechten van de schatkist in het gedrang komen of de vraag kadert in een teruggaafcontrole) of omwille van wettige redenen kan worden verlengd. De soepele houding die we vandaag de dag kennen zal met andere woorden worden verlaten. Deze antwoordtermijn van 1 maand wordt op dezelfde manier berekend als de antwoordtermijn inzake inkomstenbelastingen (artikel 316 van het WIB 92).

Betaling via domiciliëring mogelijk

Tot slot zal het in de toekomst mogelijk worden om btw-schulden via domiciliëring te betalen.

Inwerkingtreding

De maatregelen zouden moeten ingaan vanaf 2024.

Gelet op de aanzienlijke IT-ontwikkelingen die de hervormingen met zich meebrengen kan wel niet met absolute zekerheid worden gegarandeerd dat de nodige technische infrastructuur klaar zal zijn. Daarom wordt voorzien dat een latere datum van inwerkingtreding nog kan worden vastgesteld. Een dergelijk uitstel zal echter slechts mogelijk zijn voor een beperkte periode, met name maximaal twaalf maanden, of dus uiterlijk tot 1 januari 2025.

Het voorontwerp ligt momenteel ter advies bij de Raad van State.