Achtergrond
Het ViDA-voorstel van de Europese Commissie heeft tot doel de btw-regels voor te bereiden op het digitale tijdperk. Het is een uitgebreid pakket maatregelen dat de btw-wetgeving op verschillende punten ingrijpend wijzigt. De wetswijzigingen betreffen een wijziging van de EU-btw-richtlijn (2006/112/EG), de uitvoeringsverordening (EU 282/2011) en de verordening van de Raad betreffende de administratieve samenwerking (EU 904/2010).
De belangrijkste doelstellingen van het ViDA-voorstel zijn het btw-stelsel fraudebestendiger te maken en bedrijfsvriendelijker te maken. Om deze doelstellingen te bereiken, richt het voorstel zich op drie pijlers.
Ten eerste beoogt het ViDA-voorstel de btw-rapportering te moderniseren door de invoering van nieuwe digitale rapporteringverplichtingen. Hiervoor wordt gestreefd naar gestandaardiseerde (transactionele) digitale rapportering op EU-niveau.
Ten tweede worden de uitdagingen van de platformeconomie aangepakt door de btw-regels te actualiseren en platforms te verplichten btw te innen bij de verhuur van kortdurende accommodatie, personenvervoerdiensten en levering van goederen in nog meer gevallen.
Tot slot, om te voorkomen dat er binnen de EU meerdere btw-registraties nodig zijn, probeert het voorstel toe te werken naar één enkele EU-btw-registratie. Dit tracht men te bereiken door onder meer een uitbreiding van het gebruik van bestaande OSS- en IOSS-regelingen en door invoering van een verplichte verleggingsregeling voor buitenlandse leveranciers en dienstverrichters.
Digitale rapportering
Belangrijke onderdelen van het ViDA voorstel inzake digitale rapportering zijn onder meer:
• E-facturatie wordt de regel bij het uitreiken van facturen (althans voor intracommunautaire leveringen en diensten). Vanaf 1 januari 2024 verandert de definitie van een elektronische factuur. Vanaf dan moeten deze in een gestructureerd formaat worden uitgereikt. De voorwaarde dat de ontvanger elektronische facturen moet aanvaarden, komt te vervallen.
• E-facturatie zal vanaf 2028 verplicht zijn voor transacties binnen de EU, zonder drempels of vrijstellingen voor kleine bedrijven.
• Voor lokale transacties hebben de lidstaten de mogelijkheid om elektronische facturering op te leggen (zonder voorafgaande goedkeuring van de EU), maar moeten zij voldoen aan de bij Richtlijn 2014/55/EU vastgestelde Europese norm (EN16931). Andere factureringsmethoden (elektronisch of op papier) zouden verboden zijn. Landen met bestaande afwijkende modellen hebben tot 1 januari 2028 de tijd om aan het EU-model te voldoen.
• Elektronische facturen moeten worden uitgereikt binnen twee werkdagen nadat de belastbare handeling is verricht. Er wordt een (quasi) real-time rapporteringsysteem ingevoerd, dat het bestaande systeem van intracommunautaire opgaven vervangt en de lidstaten in staat stelt sneller informatie uit te wisselen. Ook zullen belastingplichtigen die intracommunautaire transacties ontvangen, verplicht worden gegevens over hun aankopen te rapporteren.
• De elektronische factuur moet alle gegevens bevatten die bij de belastingdienst moeten worden ingediend, met inbegrip van actuele gegevens (zoals informatie over de hoeveelheid en de aard van de geleverde goederen, de omvang en de aard van de verrichte diensten, de datum van levering of voltooiing van de goederen, de maatstaf van heffing per tarief, enz.) Bovendien zullen de facturen het IBAN van de bankrekening van de leverancier of dienstverrichter voor betaling, de vervaldatum voor betaling en, in het geval van corrigerende facturen, een verwijzing naar het oorspronkelijke factuurnummer moeten bevatten.
• Verzamelfacturen worden afgeschaft (facturen moeten in principe altijd op transactiebasis worden uitgereikt).
Het antwoord van de minister
In antwoord op de bezorgdheid van parlementslid Arens over mogelijke kosten voor kleine bedrijven en veiligheidsproblemen met gevoelige commerciële gegevens op servers van de fiscus, benadrukt de minister van Financiën de voordelen van elektronische facturering. Veel EU-lidstaten kiezen voor deze aanpak, die de compliance door de belastingbetaler, de efficiëntie en doeltreffendheid van de belastingdienst en de btw-kloof heeft verkleind, aldus de minister.
De minister wijst er tevens op dat de verplichting om gestructureerde elektronische facturen uit te reiken niet nieuw is, aangezien deze bestaat in het kader van overheidsopdrachten. Uit een eerdere studie van de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging is namelijk gebleken dat de overgang naar gestructureerde elektronische facturen, ondanks de initiële kosten, op lange termijn aanzienlijke voordelen oplevert voor bedrijven, zoals kostenbesparingen en minder fouten door automatisering.
Deze verplichting is gekoppeld aan de overgang naar efficiëntere elektronische rapporteringsystemen op basis van facturen, waardoor de belastingdiensten snel toegang krijgen tot nauwkeurigere en gedetailleerdere informatie. De minister gelooft dan ook dat zowel bedrijven als burgers van deze overgang zullen profiteren en staat volledig achter het voorstel van de Europese Commissie, ondanks mogelijke wijzigingen tijdens de onderhandelingen.
Los van ViDA en als onderdeel van de inspanningen om de btw-kloof te verkleinen, bevestigt de minister dat zijn administratie en beleidseenheid een wetsontwerp voorbereiden om gestructureerde elektronische facturen tussen belastingplichtigen verplicht te stellen en een nationaal elektronisch rapporteringsysteem op te zetten. Dit systeem zal de bestaande jaarlijkse klantenlijst vervangen.
Eerdere plannen in België richtten zich uitsluitend op e-facturering in de B2B-context, maar de EU-Commissie eiste de opname van een e-rapporteringscomponent in het goedkeuringsproces, waardoor de plannen herzien moesten worden.
Ontwerpwetgeving.
Volgens de ontwerpteksten die rondgaan, wordt - voor wat betreft de verplichte (B2) gestructureerde elektronische facturatie - rekening gehouden met het volgende ambitieuze, gefaseerde tijdschema:
• 1 juli 2024: Grote ondernemingen met een jaaromzet van meer dan 9.000.000 euro (excl. btw) in 2023.
• 1 januari 2025: Ondernemingen met een jaaromzet van meer dan 700.000 euro (excl. btw) in 2023 of 2024, maar niet meer dan 9.000.000 euro (excl. btw) in 2023.
• 1 juli 2025: Alle andere btw-belastingplichtigen, met uitzondering van degenen die onder de btw-vrijstelling voor kleine ondernemingen en onder de forfaitaire regeling voor landbouwers vallen.
• 1 januari 2028: Belastingplichtigen voor wie de btw-vrijstelling voor kleine ondernemingen geldt en de belastingplichtigen voor wie de forfaitaire regeling voor landbouwers geldt.
Er wordt verwacht dat de btw-belastingplichtige afnemers die in België gevestigd zijn, vanaf 1 januari 2024 in staat moeten zijn om gestructureerde elektronische facturen te ontvangen in het formaat waarin ze zijn uitgereikt. Ze hebben echter nog steeds (tot 1 juli 2024) de mogelijkheid om deze elektronische factuur te weigeren.
De gestructureerde elektronische factuur zou enkel gelden voor in België gevestigde belastingplichtigen. Deze kan worden uitgereikt door de leverancier zelf, door een derde partij (namens en voor rekening van de leverancier) of door de afnemer in het kader van self-billing.
Bovendien moet de elektronische factuur verplicht worden uitgereikt volgens het PEPPOL bis-formaat en worden verstuurd via het PEPPOL-netwerk. Afwijkingen zijn echter toegestaan als beide partijen hiermee akkoord gaan, maar dan moeten de facturen nog steeds voldoen aan de Europese standaardnorm.
De verplichte elektronische rapportering zou pas ingaan vanaf 1 januari 2026 (zes maanden nadat de verplichting tot het uitreiken van gestructureerde elektronische facturen van kracht is geworden). Zoals al gezegd, zou dit systeem dus de bestaande jaarlijkse klantenlijst komen te vervangen. Er is momenteel weinig verdere informatie beschikbaar, maar het is naar verwachting dat de Belgische e-rapporteringmaatregelen in lijn zullen zijn met het ViDA-voorstel.
Op dit moment zijn de besprekingen met de stakeholders nog aan de gang, waardoor bovenstaande timing nog niet vast staat. Wel is zeker dat de verplichte elektronische facturatie en rapportering eraan komt. Hoewel de exacte deadlines nog moeten worden bevestigd, is het van belang voor btw-belastingplichtigen om tijdig de nodige voorbereidingen te treffen.